zondag 28 juni 2009

DE MONADE: EENHEID

Volgens Pythagoras drukken de eerste negen getallen goddelijke archetypen uit, die het ontstaan van en de orde in het universum verklaren. Pythagoras zag het getal 1 niet als een echt getal, maar als de ‘vader der getallen’, als de oorspronkelijke eenheid, als de scheppende kracht achter het ontstaan van het universum. Die kracht staat niet los van de schepping maar is er onlosmakelijk mee verbonden. Dit wordt zichtbaar gemaakt in de monade (Grieks voor eenheid). De monade wordt symbolisch weergegeven door een cirkel met een punt in het midden. Je kunt je voorstellen hoe deze figuur ontstaat door de punt van een passer op papier te zetten en hoe de cirkel er met het potloodbeen van de passer omheen wordt getrokken. De punt suggereert het ‘Niets’ waarin en waaruit het universum is ontstaan. Door de punt van de passer op papier te zetten, ontstaat meestal een gat, wat het idee van ‘Niets’ nog eens benadrukt. Zuiver wiskundig bekeken kan een echte punt niet getekend worden omdat een punt geen lengte, breedte of hoogte heeft. Een punt met lengte is een lijn. De punt valt in feite buiten ons begrip, net zoals de godheid zelf. De punt is als het ware het zaadje waaruit het universum ontspringt. De cirkel symboliseert zowel een afgebakend geheel als oneindigheid. Dit laatste door de oneindige hoeveelheid punten binnen de cirkel en op de omtrek. Als we gaan rekenen met het getal 1 dan zien we dat vermenigvuldiging alleen de 1 voortbrengt. 1x1=1. Als je een ander getal deelt of vermenigvuldigt met 1 verandert er niets. Eén is dus in alle getallen aanwezig als een zwijgend, in zichzelf gekeerde aanwezigheid, als de ‘goddelijke vonk’. Hieruit leiden we af dat het goddelijke in alles en iedereen aanwezig is. De cirkel symboliseert derhalve heelheid, eenheid en de goddelijke orde die ten grondslag ligt aan het bestaan.

De Magiër

De principes van de monade vinden we allereerst terug in de Magiër, de eerste kaart van de Grote Arcana. De Magiër uit de Rider-Waite Tarot staat afgebeeld met een hand gericht naar de hemel en de andere naar beneden, naar de aarde. De Magiër zelf is in dit geval het middelpunt. Hij is de schepper van zijn eigen wereld. Hij heeft alle mogelijkheden in zich, wat benadrukt wordt door de vier voorwerpen op zijn tafeltje. Deze vier voorwerpen - kelk, staf, pentakel en zwaard – verwijzen naar de vier elementen, water, vuur, aarde en lucht, die gezien worden als de bouwstenen van het universum. De Magiër suggereert derhalve een begin, een veelheid aan mogelijkheden die werkelijkheid kunnen worden. Er is nog niets, maar alles is mogelijk. De Magiër symboliseert het scheppende principe. In de Tarot of the Old Path is De Magiër afgebeeld als oervader. Zijn geknielde, naar de grond gerichte houding benadrukt zijn contact met de aarde. Het gewei op zijn hoofd symboliseert zijn verbondenheid met zijn magische oorsprong, met de kosmos. Dit beeld wordt versterkt door de afgebeelde symbolen zoals de rijk bezaaide sterrenhemel, de bliksem, de eenhoorn en de op Stonehenge gelijkende stenencirkel. Ook deze Magiër heeft alle mogelijkheden tot zijn beschikking. Het vuur, de beker (water) en het zwaard (lucht) zijn makkelijk te herkennen. Het element aarde wordt gesymboliseerd door de steen waarop de beker staat maar ook door de uit klei vervaardigde runenstenen die voor hem op de grond liggen. De toekomst ligt letterlijk aan zijn voeten en het is aan hem er vorm aan te geven.

Het Rad van Fortuin

Alle meervoudige getallen kunnen door optelling teruggebracht worden tot een enkelvoudig getal. Zowel het Rad van Fortuin (10=1+0) als De Zon (19=1+9=10 à1) zijn dus onderhevig aan de principes van de monade. In het Rad van Fortuin van Waite is dit duidelijk te zien. Op deze kaart is een cirkel met een punt in het midden afgebeeld. Op de buitenste rand zien we de letters T, A,R en O. Wanneer je bij de T begint en tegen de klok inleest staat er ‘Tora’ wat Hebreeuws is voor ‘goddelijke leer’ of ‘wet’. Het goddelijke aspect wordt benadrukt omdat tussen die letters de naam van God in Hebreeuws schrift is afgebeeld. Het Rad van Fortuin wordt vaak gezien als een wending van het lot, waar we als mens geen greep op hebben. In feite zegt deze kaart dat we er wel greep op kunnen hebben, mits we naar binnen keren, als het ware naar links draaien, en de goddelijke wetten leren begrijpen. Dit komt in de Old Path Tarot tot uiting in de linksom gerichte slang die de hele wereld omvat in al zijn cycli. De koning probeert aan het rad te draaien, maar veel greep lijkt hij er niet op te hebben. De landarbeider heeft zijn innerlijke scheppingskracht weggegeven aan zijn koning. Alleen de nar heeft controle over het rad. Hij jongleert er als het ware mee. Hij begrijpt dat leven hoe dan ook verandering betekent en hoe hij in het midden van verandering in balans kan blijven.

De Zon

De symbolische weergave van de monade is tevens de astrologische schrijfwijze voor De Zon. De zon wordt wereldwijd geassocieerd met het begrip ‘hemelse godheid’. Deze kaart suggereert dat we niet los staan van de goddelijke eenheid, maar er onlosmakelijk mee verbonden zijn. We zijn allen kinderen van God. In de tarot worden de eerste negen kaarten vaak gezien als de kennismaking van de mens met de stoffelijke wereld, van de op materie gerichte mens. Bij het Rad van Fortuin komt dan een omslag en gaan we ook onze innerlijke wereld verkennen. Deze innerlijke weg begint bij de Kracht, oorspronkelijk de elfde kaart* van de Grote Arcana. In de negentiende kaart, De Zon, wordt deze weg afgesloten door de ervaring dat we nooit van God waren afgescheiden. De feniks is het symbool bij uitstek om vorm te geven aan die ervaring van zelfrealisatie. In De Zon van Waite zien we een verwijzing naar deze mythische vogel in de vorm van een feniksveer op het hoofd van het paardrijdende kind. In de Old Path is de feniks in zijn geheel afgebeeld waarbij hij als het ware de afgebeelde mensenkinderen met zijn vleugels beschermd en omarmd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten